Aan alles komt een einde - Reisverslag uit Fez, Marokko van marco mout - WaarBenJij.nu Aan alles komt een einde - Reisverslag uit Fez, Marokko van marco mout - WaarBenJij.nu

Aan alles komt een einde

Door: Marco

Blijf op de hoogte en volg marco

30 Juni 2006 | Marokko, Fez

Na het kijken van de wedstrijd Duitsland - Argentinië pompt er hopelijk genoeg adrenaline door me heen om een goed en enthousiast verhaal te schrijven. Eerdere pogingen leidden tot halfslachtige verhalen, die door de eindredactie niet publicatie rijp werden bevonden. Maar goed, de laatste keer verliet ik jullie om tevergeefs in Essaouira bier te gaan zoeken. Bier vond ik dus niet, maar wel twee Europese meiden die luidruchtig het snackbarretje/restaurantje binnen kwamen stormen en enthousiast aan een gesprek met ons begonnen. Pieter, Nick en ik keken elkaar een beetje beduusd aan, antwoorden op de vragen en vluchtten zo snel mogelijk weg. Dit klinkt misschien een beetje raar, maar je moet er aan denken dat wij in de voorgaande drie maanden welgeteld een westers meisje en twee Amerikaanse vrouwen zijn tegengekomen (en natuurlijk reisden we vijf weken lang met Floor, maar dat is toch anders). De marktvrouwen in West-Afrika waren soms wel een beetje luid, maar dit waren de eerste twee giechelige, luidruchtige en brutale meiden die we zagen sinds we Ghana verlieten. Het was dus een beetje overweldigend. En dat gold eigenlijk voor Essaouira in het algemeen. De afgelopen maanden hadden we in West-Afrika doorgebracht en nu opeens waren we in Marokko. De marktvrouwen hadden plaatsgemaakt voor dichtgesluierde dames, de straten vol verkoopsters en geschreeuw voor snelwegen voor voetgangers, de volgepropte minibusjes voor luxe lange afstandsbussen, de luide souvenirverkopers voor gladde jongens, de spelende en schreeuwende kinderen voor serieuze en vroeg volwassen jongens en stille meisjes, de enkele avontuurling voor het massa toerisme. Natuurlijk veranderde dit niet opeens, Mauretanie leek ook in veel meer op Noord dan op West-Afrika, maar in elk geval kwam je nog eens de marktvrouw uit Senegal en de volgepropte terreinwagen tegen. Nu was dat alles verdwenen, West-Afrika lag na negen maanden achter me en nu bevond ik me in Marokko.

Essaouira wordt door onze reisgids beschreven als een prachtig, leuk en sfeervol kustplaatsje dat nog niet door de package tours was verpest. Het was inderdaad een kustplaats en een heel stuk sfeervoller dan Western Sahara, maar daar hield het dan ook wel een beetje bij op. De Fransen hebben in Marokko altijd een nieuwe stad naast de al bestaande stad gebouwd toen zij dit land koloniseerden. Hierdoor is bijna elke stad opgesplitst in het oude deel, de Medina, en de nieuwe stad. Natuurlijk moet je in de Medina wezen als toerist, en dat hadden de winkeliers in Essaouira mooi door. Een op de drie straten in de Medina werden compleet gevuld met toeristenwinkeltjes en een groot gedeelte van de overgebleven huizen waren tot restaurantjes of hotelletjes omgebouwd. Met andere woorden, aan het toerisme viel niet te ontsnappen. Overal waren de winkels en overal waren de roodverbrande Europeanen. Hier zagen we voor het eerst ook weer de randdebielen die ons continent bevolken. De mannen met de drie hersencellen en de veertig tatoos, en die enge Engelse families. Ik was helemaal vergeten wat voor een leipoos er in Europa rondlopen. De stad was dus wel aardig, met interessante gebouwen en een verdedigingswal, maar de geschiedenis hier was dood, het leven hier westers en al het exotische was in stand gehouden voor het toerisme. Na drie dagen hadden we dus schoon genoeg van deze kustplaats en vertrokken we naar Marrakech, waar we hoopten op een wat minder voor toeristen gecreëerde stad.

Het was een opluchting in Marrakech om een stad te zien die niet volledig op toerisme liep. Nog steeds waren er bussen vol toeristen maar deze verdeelden zich wat meer over de stad en als je in een restaurantje ging eten waren er in elk geval weer meer lokalen dan toeristen. We waren echter nog steeds niet geheel aan Marokko gewend en de eerste dagen brachten we dan ook vooral door met niets doen. Het internet werd bezocht, we liepen een beetje doelloos door het centrum en hingen wat in het hotel rond. Deel van dit ontspanningsplan was een bezoek aan de Hamman, een badhuis. Dit is een soort van sauna, maar verdeeld over drie kamers, de eerste het heetst, de laatste het minst heet. Wij hadden gehoord dat de massage redelijk oncomfortabel was, maar wij dachten; als je naar de hamman gaat moet je het ook goed doen. Niet verstandig. Wij zaten rustig in de hete kamer uit te zweten in onze zwembroeken toen er drie mannetjes binnenkwamen. We werden verteld te gaan liggen en opeens begonnen ze ons met zeep in te smeren. Ingezeept worden door een man was niet echt mijn idee van ontspanning maar dat idee zou snel genoeg veranderen. Na voldoende ingezeept te zijn moet ik op mijn buik liggen en begint de man met zijn volle gewicht over mijn been heen te glijden, niet comfortabel. Dan echter grijpt hij mijn armen en trekt ze met al zijn kracht naar achteren. Hierop volgen een klein dozijn aan worstelgrepen waar een professionele worstelaar nog wat van kan leren. Ik dacht dat hij mijn ledematen uit de kom probeerde te trekken. Naast mij hoor ik Nick en Pieter het uitschreeuwen en zie ik Nick in een verwoede poging af te kloppen. Hellaas voor hem kende zijn grijnzende ‘masseur’ dit teken niet. Na enkele minuten op deze Marokkaanse pijnbank word ik dan eindelijk verlost uit mijn leiden, de massage is afgelopen. Nu worden we rigoureus schoon gescrubt maar ons kan het allemaal niet meer schelen wat ze uitvoeren en waar ze ons scrubben, zo lang er maar geen worstelgrepen aan te pas komen. Een half uur later zijn we weer terug in ons hotel, kapot in plaats van ontspannen.

Al gauw hadden we genoeg van Marrakech en trokken we de Hoge Atlas (een bergketen) in. Onze eerste stop was een klein dorpje. De rit hiernaartoe was een spectaculaire tocht door valleien en over bergpassen achter in een Mercedes taxi. Aangekomen in het gat bleven we enkele dagen en genoten we van de rustige en idyllische bergen. We maakten een wandeling naar Tin Mal, een moskee die eruit zag als een fort. Natuurlijk was de wandeling niet zo gemakkelijk als onze reisgids ons had beloofd. Na onderweg een fort (Kasbah, zoals ze dat hier noemen) te hebben bekeken raakten we het paadje kwijt. Uiteindelijk moesten we van een steile helling af klimmen om weer bij de weg uit te komen. Gelukkig was het niet ver meer naar Tin Mal. Daar aangekomen beken we kort de oude en vervallen moskee en besteden de rest van de middag in een poging een winkelier zijn computer weer aan de gang te krijgen. Enkele uren later stopten we een oud minibusje langs de weg en keerden terug naar …… zittend op een plastic krukje achter in een versleten minibusje.

Nu was het dan de beurt aan ons grote doel in de Hoge Atlas: het beklimmen van Mont Toubkal, met 4180 m de hoogste berg in Noord-Afrika. We kwamen rond een uur of twaalf aan in een dorpje aan de voet van het gebergte. Mijn reisgenoten vonden het niet meer verantwoord om tot de berhut op 3200 m te klimmen, maar vonden het verstandiger om de Engelse wedstrijd in het wereldkampioenschap te bekijken om daarna naar 2300 m te klimmen. Ik werd er van verzekerd dat het niet mogelijk was van de huidige 1900 m naar 3200 m te klimmen. Een beetje geïrriteerd begon ik later die middag aan onze tocht omhoog. Natuurlijk boden meerdere mannen zich als gids aan, maar wij waren in West-Afrika wat allergisch voor deze mensen geworden en besloten het alleen te doen. Natuurlijk raakten we de weg al kwijt na tien minuten, maar na een kort ommetje waren we weer onderweg. Het landschap was nog steeds, spectaculair en de tocht was niet te zwaar maar met onze rugzakken zeker ook niet gemakkelijk. Een uur of twee later kwamen we aan in het ‘dorpje’ van onze bestemming, dat niets meer dan 10 souvenirwinkeltjes bleek te zijn. We brachten de koude nacht door in een winkeltje en maakten ons de volgende ochtend vroeg op voor de beklimming van Toubkal. Ons was de vorige avond verteld dat je gemakkelijk van hieruit de top kon bereiken en dezelfde dag weer terug kon komen. Aangezien er op de berg geen voetbal kon worden bekeken was het dus wel mogelijk om in een ruk van 2300 m naar 4180 m te lopen en werd er zelfs voorgesteld daarna naar de voet van de berg (lees de televisie) terug te keren. Stelletje voetbalfanaten…Vol goede moed maakten wij ons op naar de berghut waar we twee uur later redelijk vermoeid aan kwamen. De berghut bleek een enorm complex te zijn dat plaats bood aan meer dan vijftig wandelaars. We besloten onze spullen hier te laten en de berg nu daadwerkelijk te beklimmen. Natuurlijk ging het weer compleet mis toen we na een paar minuten het ‘pad’ kwijt raakten en verzeild raakten op een steile helling vol rotsen. Ik voelde me hier wel thuis en begon enthousiast aan de beklimming maar mijn twee reisgenoten vonden het wat minder plezierig. Uiteindelijk besloten we dat dit niet de route kon zijn en klommen we naar een pad waar we wat mensen zagen lopen. In totaal duurde het een ruim uur voor we de weer op de goede route waren en verder konden gaan met de beklimming. Het waren vier zware uren, over rottige paadjes en steile hellingen omhoog voordat we eindelijk de top bereikten. Pieter was die dag zo verstandig zijn energie te steken in het schreeuwen van voetbal kreten (Nederland speelde die dag) en kwam dan ook geheel gebroken, al schreeuwend, aan op de top. Het uitzicht was geweldig en het voelde enorm goed eindelijk de top te hebben bereikt. De weg terug was een heel stuk makkelijker en een uur of twee later vielen we dan eindelijk de berghut binnen. Daar ontmoeten we een goed aantal vette veertigers die dezelfde dag de berg hadden beklommen en nu vrolijk rondliepen alsof er niets gebeurd was. Wij schepten met moeite ons voedsel naar binnen en vielen moe maar voldaan neer op onze bedden. De volgende dag keerden we terug naar het dorp aan de voet van het gebergte, een redelijk makkelijke tocht. Van hieruit keerden we terug naar Marrakech om weer even op kracht te komen.

Ondertussen waren we eindelijk aan Marokko gewend en besteedden dan ook een volledige dag aan het verkennen van Marrakech. De stad nam een volledig hoofdstuk op in onze reisgids dus we waren vol verwachtingen. Het werd dan ook een interessante dag waarin we vervallen paleizen en graftombes bekeken, onze weg baanden door de smalle overdekte steegjes die als markt dienst deden en de dag afsloten op het beroemde plein Djema el Fna. Hier vertoonden acrobaten, slangenbezweerders, waarzeggers, tandartsen, verhalenvertellers, etc, etc hun kunsten. Na in totaal een dag of vier in de stad te hebben verbracht hadden we dan eindelijk de bezienswaardigheden bekeken. Nu waren we klaar om de stad te verlaten en terug te keren naar de woestijn die ten oosten van Marakech aan de andere kant van de Hoge Atlas begon.

Onze eerste stop was Ait Benhadou, de ruines van een Kasbah (een als een fort gebouwde stad) aan de andere kant van het Atlas Gebergte. Ait Benhadou was gerestaureerd voor enkele films en grote films als Gladiator, The Passion of Christ, Jewel of the Nile en Cleopatra waren hier of in het nabijgelegen Ouarzazate opgenomen. Onze medepassagier in de taxi bleek een Frans Marokaanse stuntman te zijn, op weg naar de opnames in Ouarzazate. De route over de Atlas was weer adembenemend en niet alleen vanwege de rijsteil van onze chauffeur. Ait Benhadou bleek een stadje te zijn dat zich puur gericht had op het toerisme rondom de ruines. We kregen het echter weer voor elkaar in het niet toeristische seizoen te komen en waren dus de enige gasten die in de stad overnachten. De ruines waren redelijk interessant en het landschap weer even prachtig als in Mauritanië. De volgende dag bezochten we de filmstudio in Ouarzazate en zagen Egyptische tempels en Jeruzalems straten. Daarna duurde het twee dagen om weer iets interessants te bereiken. Deze dagen brachten we door met het kijken van voetbal in steden die mij enorm aan Western Sahara deden denken. Mijn frustraties vanwege het langzame vooruitkomen en het reizen met voetbalfanaten werden versterkt door die rottige zielloze steden van de woestijn. Toen we dan ook nog eens een keer mot kregen met een restaurant eigenaar die ons een belachelijke prijs vroeg voor het eten werd het even te veel voor me. Ik had het even helemaal gehad met dit reizen. Ik had last van, zoals mijn pa het noemde, nomadenmoeheid. Zo’n drie en een halve maand waren we nu al onderweg en het reizen begon me af te matten. Constant ben je bezig met het voorzien in basisbehoeften. Je moes drie keer per dag iets te eten zoeken, ’s avonds een plek vinden om te slapen, onderhandelen met taxichauffeurs, onderhandelen voor eten, drinken en je bed. Als je honger hebt kun je niet even iets uit de koelkast pakken maar moet je weer de straat op om een goedkoop restaurantje te vinden. Elke taxi chauffeur verteld je weer dat er geen vervoer is naar die stad en dat je de taxi moet huren. Dan begint het wachten en discussiëren weer tot er dan uiteindelijk weer blijkt dat er wel geregeld vervoer naar de stad is. Dan moet je ook nog eens al die verkopers en ‘gidsen’ die je lastig vallen kwijt zien te krijgen en bovendien continue oppassen dat er niets gejat wordt en zorgen dat een of ander onguur type je niet in een donker steegje of een onveilig hotelletje leid. Het is allemaal onderdeel van het avontuur van reizen, maar als na drie en een halve maand de spanning van het reizen er een beetje af is en je vast zit in een of ander karakterloos gat, dan wordt het avontuurlijke een last en dan merk je dat die reis je toch niet in de koude kleren is gaan zitten. Het mat je af.

Gelukkig werd er twee dagen later weer wat afwisseling gebracht door een fietstocht. We hadden fietsen gehuurd en maakten een kleine tocht langs palmplantages en ruines. Het was een goede dag fietsen door de hitte van de woestijn en ’s avonds waren we dan ook behoorlijk kapot. De volgende dag ging het verder naar de Todra Gorge, een smalle kloof aan de voet van de Hoge Atlas. De kloof zelf was redelijk mooi maar helaas het enige wat er te zien viel in deze omgeving, dus werd er weer het nodige afgekaart. Nou was de eigenlijke reden voor onze komst naar deze Gorge het vertrek van transport dat ons naar de andere kant van het Atlas gebergte kon brengen. Nou heb ik het niet over taxi’s of minibusjes maar over een Berber truck. De Berbers was de bevolkingsgroep die deze bergen bevolkte en hun trucks vervoerden goederen, dieren en passagiers van de markten naar de dorpen. Wij stopten de enige vrachtwagen van de dag, een Bedford uit de jaren 50, en klommen er op. Bovenop zagen we dat de vrachtwagen tot bijna de rand gevuld was met goederen en dat daar op een man of vijftig zat gepropt. Toen we ons eindelijk een staplaatsje tussen de Berbers hadden veroverd zagen we dat er ook nog eens vijf muilezels achterin de laadbak stonden. We hielden ons stevig vast aan een metalen buis die over de laadbak liep en begonnen onze tocht. De adrenaline stroomde weer voluit door mijn lijf toen de wind door mijn haren blies en we door de bochten heen reesden. Als je je bovenop een vrachtwagen vastklemd aan een metalen buis lijkt die vrachtwagen opeens een heel stuk sneller door de bochten te gaan. Het uitzicht was echter geweldig en eindelijk voelde ik me weer eens de avonturier en niet de massa toerist. Als je met de lokale bevolking opgepropt zit en samen leid wordt de barriere tussen jou en hun een beetje gebroken. Je bent niet meer de toerist waar van men geld kan verdienen, maar een beetje meer een medepassagier. Toch was het niet altijd even gemakkelijk in de laadbak. Wanneer een metertje naast je een afgrond van drie honderd meter begint is het toch even slikken. Wanneer de man tegenover je in zijn schoen begint te spugen is het ook even wat minder leuk en wanneer de man, die jij omarmt zodat je de buis kan vasthouden, tegen je aan begint te leunen is het vasthouden voor je leven geblazen. Mijn knokkels werden na ruim vijf uur van vasthouden wit, ik was moe van het lange staan en onwijs koud. Nu begreep ik waarom al die mensen zo lachten toen wij instapten; zij droegen drie truien over elkaar en wij stonden daar in onze T-shirts, op 3000 m is het koud. Het laatste uur was het dus even doorbijten, vooral toen het ook nog eens begon te regenen. Na zes uur kwamen we ijskoud, zeiknat en afgemat aan…maar wat een ervaring!!!! Daar reis ik dus voor! Die avond genoten we weer van een hamman, deze keer zonder massage. De warme vloer, het stoom en de emmers met heet en koud water brachten weer leven in onze ledematen. De volgende dag voelde ik me alsof ik tot vijf uur ’s ochtends in een obscuur cafeetje had lopen zuipen, terwijl ik om negen uur sliep en er in een straal van 6 uur reizen geen alcohol te verkrijgen was. Het kostte ons nog een dag achter in een oud bestelbusje en in enkele verzameltaxi’s (deze mercedessen en peugots vertrekken wanneer zij met 6 man gevuld zijn) voordat we daadwerkelijk over de Atlas heen waren en de watervallen van Ouzoud bereikt hadden.

De Berber truck was duidelijk ons laatste avontuur op deze reis. Vanaf nu waren we weer terug in de moderne wereld, de rest van de reis bestaat uit stedenhoppen, niet erg interessant voor verhalen dus. De watervallen waren buitengewoon spectaculair en de aapjes die hier rondhingen kwamen erg dichtbij je. De volgende dag vertrokken we naar Casablanca, de grootste stad in Marokko. Het was waarlijk een grote stad met al het comfort van een Europa. We hadden net zo goed in België kunnen zijn. De art deco die deze stad sierde interesseerde ons weinig, het enige spectaculaire was de gigantische moskee die koning Hassan de vijfde hier in de jaren negentig bouwde. Blijkbaar past de St. Pieter met gemak in deze tweed grootste Moskee ter wereld. Met andere woorden, het ding is gigantisch. Het enige echt gedenkwaardige in Casablanca was echter dat Pieter ons verliet. Nick, Pieter en ik hadden ruim drie en een halve maand samen gereisd en elk uur van de dag zaten we op elkaars lippen. Ik denk dat we nooit langer dan vier uur uit elkaar zijn geweest, we sliepen in dezelfde kamer (of bed), zaten achterin taxi’s dichter op elkaar dan menig geliefd stel, hadden dankzij badkamers en toiletten zonder deur meer van elkaar gezien dan absoluut gewenst en konden met een blik vertellen hoe de ander zijn humeur was. Drie maanden en drie weken waren we 24 uur per dag samen, beleefden we avonturen en verveling en vonden we onze weg door West-Afrika en Marokko. Ondanks het gebrek aan privacy, het continue op elkaars lippen zitten en de stress hadden we nooit serieus ruzie gehad. Af en toe waren we het niet helemaal met elkaar eens of waren we een beetje pissig op elkaar maar dat duurde nooit lang en resulteerde nooit in ruzie of een twist. Ondanks alles hadden we het voor elkaar gekregen zo lang samen te zijn zonder elkaar af te maken, iets wat nooit gelukt had als we niet allemaal een goed gevoel voor humor hadden. De laatste weken hadden we niet veel meer om over te praten (na een maand of drie raakt de gesprekstof op) en lulden we uit onze nekken of plaagden we elkaar een beetje. Vooral Pieter (of ‘grandpa’ zoals wij hem noemden omdat hij ruim 13 jaar ouder was dan Nick en mij) had het zwaar te verduren met grapjes over zijn leeftijd en klummeligheid en praktische grapjes zoals het aan en uit schakelen van het licht als hij probeert te slapen of het opsluiten van hem op het balkon. Normaal nam hij alles gelaten op maar soms kregen we even een ‘Nou moet het echt ophouden met die tyfus grapjes” naar ons hoofd gesmeten (hij had dan ook wel tien minuten op een balkonnetje van 1 vierkante meter doorgebracht) maar binnen een halve minuut was alles weer in orde. Onze hechte groep van drie (en voor een poosje vier, toen Floor met ons was) had alles overleefd en nu verliet Pieter ons. Pieter had namelijk een vlucht geboekt vanuit Malaga voor 24 juni en Nick en ik zouden pas twee weken later vertrekken. Het was dus afscheid nemen onder het genot van een luxe maaltijd en bier (jaja, je leest het goed: bier) op kosten van Pieter. Die avond dronk ik mijn derde biertje in zes weken en bestelde nog een vierde halve liter. Het was even doorbijten om al dat bier achterover te krijgen, maar het vertrek van Pieter moest nou eenmaal waardig worden gevierd. De volgende ochtend liet Pieter ons alleen achter.

Na Casablanca vertrokken Nick en ik naar Rabat waar weer wat ruines werden bezichtend. Constant voelde het echter alsof we iets misten. Als je ging eten was het vreemd maar met zijn tweeën aan tafel te zitten en wanneer er een lage deuropening was misten wij Pieter zijn ‘godverdomme, kunnen ze die tyfus deuren niet wat hoger maken’ (hij stootte altijd zijn hoofd). Het was ook opeens een stuk stiller met zijn tweeën. In de volgende stad, Meknes, belden we Pieter dan ook en het was gaaf weer zijn mening te horen over het voetbal en hem weer te treiteren met zijn leeftijd. Meknes zelf was weer een aardige stad, maar er valt weinig over te vertellen. We maakten een rondje langs de ruines en de stadspoorten en rusten een hoop uit in het hotel. We merkten dat we steeds minder energie hadden en de dag vooral doorbrachten met slapen en chillen. Na bijna vier maanden waren we door onze energie heen, vooral nu Pieter er vandoor was; We werkten de hoogtepunten van de steden systematisch en zonder veel enthousiasme af. Natuurlijk genoten we af en toe nog van het reizen, wanneer we in de trein het landschap voorbij zagen trekken of wanneer we een gaaf gebouw hadden gevonden. Maar over het algemeen hadden we weinig energie en enthousiasme over voor Noord Marokko. Vanuit Meknes maakten we nog een uitstapje naar Romeinse ruines en een leuk klein dorpje daar vlakbij. In de taxi’s en de bus voelden we ons niet helemaal op ons gemak en uiteindelijk ontdekten we waarom: we misten onze rugzakken. Dit was de eerste keer zonder onze bagage in het openbaar vervoer en na bijna vier maanden waren we zo gewend op onze rugzakken te passen dat we nu constant het gevoel hadden ze te missen. Zo merk je weer waar je onbewust toch allemaal op let tijdens zo een reis. Na Meknes gingen we door naar Fes waar we ons nu bevinden. De eerste dag hier was het weer uitrusten in het hotel en de afgelopen dagen hebben we beetje bij beetje de stad verkend. De Medina (de oude stad) is hier behoorlijk groot en vol steegjes, markten en geweldige gebouwen. We hebben het allemaal wel eerder gezien, maar niet zo groots en overweldigend als hier. Als je door de steegjes loopt moet je af en toe tegen de muur aan duiken om een paard te ontwijken (aangezien auto’s hier niet door kunnen word alles door paarden en ezels vervoerd) en de winkeltjes en vakmannen zijn waarschijnlijk nauwelijks veranderd in de afgelopen eeuwen. In deze steegjes kwamen we een Marokkaans meisje tegen dat een documentaire maakte om haar studie af te sluiten. Die middag kwamen we haar weer tegen en dronken een kop thee met haar, haar broer en een Franse vrouw. Het was interessant te spreken met een jonge, vooruitstrevende vrouw die zich een weg door her seksistische Marokko probeert te banen. Ze was weer een van die enthousiaste, brutale en intelligente meiden die wij zo weinig tegen waren gekomen in de afgelopen maanden. Ik kon me goed voorstellen dat het moeilijk voor haar was om te gaan met de Marokkaanse mannen (zelfs wij vonden haar een beetje overweldigend). Die avond aten we bij haar en praatten (beter gezegd, zij praatte en wij luisterden) we over Islam, seksisme en Marokko. Het was verfrissend een echt gesprek met een Marokkaanse te hebben, maar ze was ook een beetje overweldigend. Waarschijnlijk was ik daarom vanochtend niet uit mijn bed te krijgen voor half tien. Vandaag was het dus weer rondtoeren door de stad om alle hoogtepunten af te vinken. Morgen vertrekken we uit Fes om, met een ommetje, naar Chefchouan te gaan. Van daaruit vertrek ik dinsdag alleen naar Europa (Nick moet nog drie dagen langer doodslaan in Marokko). Vanuit Malaga vlieg ik woensdag naar Zwitserland waar ik een vriendin bezoek en vanwaar ik naar Duitsland ga om mijn moeders tak van de familie te zien. Na vier maanden komt er dan een einde aan mijn reizen, na tien maanden ben ik weer terug in Europa. Het was een fantastische ervaring en een reis die ik me van mijn leven niet zal vergeten. Maar…het is mooi geweest, ik ga terug naar huis en ik ben er klaar voor…

  • 01 Juli 2006 - 08:17

    Bram:

    Yo marco,

    Ik zou graag een heel verhaal typen hier, want dat wilde ik al doen, maar ik moet ten eerste nog teveel leren (overmorgen tentamen sterkteleer) en ik moet nu ontbijten (helaas nog niet met taart, dat komt vanmiddag wel).

    Hier is in ieder geval, met uitzondering van de tentamens (1 down, 2 to go) alles supergoed, mooi stralend weer op je verjaardag is wel een must als die normaal op 1 juli valt. Je hoort dus snel nog van me, en anders lees je mijn -boeiende- verhaal maar als je weer in soest zit! Sonja, Marco en Rob hebben ook tentamens, dus die zijn ook nog zielig, de rest (inclusief mijn zus zelfs!) kan al genieten van de vakantie. Ik ga nog een mooie week tegemoet, afgezien van het leren en tentamineren: Vanavond uit eten bij de mexicaan (cant live without mexican food), dan nog met de gang snel een biertje drinken, maandagavond (na mn tentamen) mn huis trakteren op een cocktail bij La Cantina (maandag cocktailnight!), dinsdag barbequen, en donderdag la grande finale: na het kutste tentamen eerst barbequen, zelf cocktails maken en vervolgens naar midzomernachtfeest in delft. daarna begint het paradijs, maar dat zit ondertussen ook al redelijk vol.


    Je hoort snel meer.

    bram

  • 03 Juli 2006 - 09:22

    Bram:

    Bonjour,

    ik heb nog 3 uur om af te wachten tot ik naar mn tentamen kan, dus naast alles wat ik nog moet doen, kan ik best even hier wat neerzetten. Misschien is een uitgebreidere versie van mijn avonturen van de afgelopen weken een idee. Toch moet ik daarvoor nog even zeggen dat je verhalen altijd lachen zijn om te lezen en een zeer welkome afwisseling op het leren. toch raar om te beseffen dat je alweer bijna thuis bent, over twee weken. HRAAR@.

    de afgelopen weken heb ik voornamelijk doorgebracht met leren. Elke tentamenweek die een semester afsluit (dat zijn dus die in januari en in juni) zijn een hel. de andere twee tentamen weken had ik maar 1 tentamen elk, analyse1 en de tweede keer analyse2. wat was dat relaxed, je wist dat je het makkelijk ging halen. Nu heb ik er drie -haha, nog steeds veel relaxter dan marco met zn vijf tentamens- waarvan twee Sterkteleer en Techniek1B, de twee kutvakken der kutheid uit het eerste jaar. Daarnaast moest ook vormstudie worden ingeleverd enzo, het was gewoon kut. gelukkig is het bijna voorbij, donderdag om 12 uur en dan ben ik gewoon tweedejaars. of ik mn P heb is een andere vraag, maar desnoods een herkansing in augustus.

    goed, nu tijd voor de toffe dingen. mn verjaardag was wel gaaf, afgezien van de uren dat ik moest leren. de zon scheen echt te hard, het is hier nu ook warm en dat is altijd beter. ik ben er dus achtergekomen samen met sonja dat we maar liefst twee nesten met kleine watersalamanders hebben. er zijn ook baby kleine watersalamanders en die zijn nog gaver, door de enorme units die aan hun kieuwen zitten.

    voor de rest hebben we gebarbequed, iets wat ik morgen, donderdag, zaterdag en zondag ook nog ga doen en hopelijk daarna ook. natuurlijk ook voetbal gekeken, waar ik jou denk ik niet mee lastig moet vallen, maar ik vond het tof. ik heb ook besloten dat ik ga voetballen volgend jaar, op de maandag avond. daarnaast ga ik ook hopelijk twee keer per week tekenles volgen, maar in ieder geval een keer per week. na het barbecuen kwam de gang nog even langs, met uitzondering van bastiaan die in eindhoven zat. afgezien van het leren mag ik dus spreken van een geslaagde verjaardag, al hard er natuurlijk een geweldige avond aan vooraf moeten gaan die door een misverstand en het leren om zeep was geholpen. Hier in delft hebben mijn huisgenoten ook een minizwembadkutding opgezet, dus vanavond na sterkteleer wordt dat poolpartydinneren alvorens wij cocktails gaan drinken.

    goed, ik ga het hierbij laten en nog wat dingen doen voordat ik naar ... moet. brrr.

    OUR FEET ARE THE SAME!


    bram

  • 03 Juli 2006 - 18:26

    Paul Keuning:

    Voor jouw doen is het hier met 32 graden heerlijk koel. Toch warm genoeg om het afgelopen weekend een uurtje of twee lekker met de LS-4 rond te toeren.
    Ik vind het heel boeiend om jouw verslag te lezen. Je noteert de ups, maar ook de saaie en vermoeiende momenten.
    Welkom thuis, waar je bedje gespreid en je natje en droogje graag verzorgd worden door je vader, je zieke moeder en door Doshima.

  • 08 Juli 2006 - 12:20

    Bram:

    Yo marco,

    omdat je in delft gaat studeren, hier alvast wat afkortingen waar je de komende 3 maanden mee dood zal worden gegooid. kan je je alvast lekker inlezen.

    SOG studie ontwijkend gedrag
    KMT kennismakingstijd aka ontgroening
    DSC Delftsch studenten corps
    OV je heilige document
    OWee ontvangstweek
    TAS tentamen aanmelding systeem
    BB blackboard
    CSR christelijke studenten vereniging
    CSFR nog christelijker
    UB bieb
    TBS turk bij station, snackbar
    HJ huisjongste
    3ME werktuigbouw en scheepsbouw samen
    BK bouwkunde
    WB werktuigbouw
    MT maritiem
    LR lucht en ruimtevaart
    TN technische natuurkunde
    TW techn. wiskunde
    IO koelste studie ever
    ET electrotechniek
    TB techn. bestuurskunde
    EJW eerstejaarsweekend
    OH onderhuurder
    JVB jacoba van beierenlaan (studentenflats)
    EduP edouard du perronlaan(studentenflat)
    Balpol balthazar van de polweg (studentenflats)
    APO apothekersweg (studentenflat)
    OD oude delft, centrum

    dan nog wat woordjes, deze lijst wordt misschien nog aangevuld

    paap virgiliaan
    knor nergens lid
    bal DSC
    C-mille c1000
    virgiel grote korporale studentenvereniging
    jansbrug kleinere niet zo korporale
    proteus roeien
    laga roeien als corpsbal
    outsite homovereniging
    delftsche zwervers gewoon niet heengaan
    wolbodo lijpoos

  • 08 Juli 2006 - 12:20

    Ps:

    rene kan mij waarschijnlijk beter aanvullen.

  • 08 Juli 2006 - 18:17

    Marco:

    Jo bram, bdnkt 4 de intro. ksal oef. 4 +++ integratie in t D stud. leven.

  • 08 Juli 2006 - 21:41

    Anneke V.d.K.:

    Hoi Marco,
    Ik heb al je foto's gezien, maar nog niet al je verhalen gelezen, want die zijn "iets" langer dan ik ze van Bert gewend ben. Mooie foto's. Je ziet er goed uit.
    Ik heb ook nog een quizvraag voor jou: Hoeveel Soesters gaan er jaarlijks naar de Soesterduinen; waarom; en wat nemen ze mee?? Je kunt hiermee een gratis barbeque bij de buren op nr. 7 winnen. Verder ben ik blij dat je weer snel thuiskomt. Misschien kun je een keer met Bert ervaringen uitwisselen, onder het genot van een pilsje of een whisky. Het is weer eens wat anders dan schaken of trivial. De fam.v.d.Kooij speelt toch alleen maar vals. Ze zijn jaloers op jouw intelligentie. Dag lieve buurjongen, tot over een dag of 10.

  • 19 Juli 2006 - 18:03

    Marco K.:

    MARCO IS WEER THUIS!!!! :D

  • 22 Juli 2006 - 10:58

    PM:

    ... en uiteindelijk gaat het er niet zo zeer om wat jij aan een aantal jonge Afrikanen hebt kunnen leren. De opbrengst van dit jaar is vooral wat Afrika jou heeft geleerd.

  • 12 Juli 2008 - 13:08

    Appie:

    mooi verhaal kom zelf oorapronkelijk uit fes

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

marco
Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 5565
Totaal aantal bezoekers 50824

Voorgaande reizen:

01 September 2005 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: