Terug in het westen - Reisverslag uit Dakar, Senegal van marco mout - WaarBenJij.nu Terug in het westen - Reisverslag uit Dakar, Senegal van marco mout - WaarBenJij.nu

Terug in het westen

Door: koukleum

Blijf op de hoogte en volg marco

05 Mei 2006 | Senegal, Dakar

OK, ik weet dat ik zei binnenkort mijn verhaal zou vervolgen maar ik zei ook dat ik in begin april thuis zou komen en hier zit ik in een internetcafé in Dakar. Dakar is eigenlijk wel een beetje terug in Europa, het is veruit de meest westelijke stad die ik in Afrika heb bezocht, zowel letterlijk als figuurlijk. Het was dan ook wel een beetjeeen shock om hier aan te komen na zes weken in het agrarische Mali. Dakar is echt een westerse stad met een Afrikaans smaakje, deze straat staat vol met shoarma tenten, eetpaleizen en winkels die niet van hun Europese broertjes te onderscheiden zijn. In deze stad zie ik binnen een halve minuut meer auto’s dan je in Mali in een dag tegen zou komen en binnen een kwartier meer blanken dan ik heb gezien op deze trip voordat ik Bamako (hoofdstad van Mali) bereikte. In plaats van Afrikaanse stoffen, jalaba’s (of hoe het ook heet, die moslim jurken), tulbanden en traditioneel geverfde kleding draagt hier iedereen westerse mode en val ik een beetje op in mijn batik kleding (de Afrikaanse stoffen). Eten op de straat is haast niet meer mogelijk, ijs, snoep, pizza’s en al het andere voedsel waar ik zo lang van gedroomd heb zijn hier wijd verspreid. De westerse producten zijn zelfs zo ruim voorhanden dat ik eigenlijk helemaal geen zin meer in ze heb. Het voelt vreemd over al deze dingen te beschikken nu ik nog in Afrika ben, ik dacht dat ik tot Spanje zou moeten wachten. Toen we hier ’s avonds aankwamen was deze westerse stad met al zijn producten zo overweldigend dat Nick en ik onze eerste cultuurshock op deze reis ondervonden en spontaan op een zoektocht naar eerlijke, Afrikaanse rijst uitzetten. Helaas onsuccesvol dus gingen we maar aan de shoarma. Na twee dagen in deze stad ben ik er een beetje aan gewend en begin ik de stad ook te mogen; ook al is de stad zo verwesterd het blijft een Afrikaanse stad met zijn straatverkopers, drukke straatjes, markten, bedelaars (al zijn ze beter gekleed dan de meeste Malinese burgers), overvolle minibusjes, idioot rijgedrag (ons minibusje begon een race met een concurrent, reed bijna drie voetgangers omver en beukte minstens twee keer de andere auto) en open, zwarte bevolking. De mensen hier zijn overigens de vriendelijkste die ik tot nu toe ben tegengekomen in Afrika. Bij elk land loopt de reisgids wel te zeuren over de vriendelijke mensen, en dat is ook altijd wel waar, maar hier in Senegal meer dan in de andere landen. Natuurlijk kom je zo af en toe ook een absolute teringleider tegen en wij hebben de eer zelfs enige malen gehad. Aan de grens stuurde de vriendelijke beambte ons uit zijn kamertje na ons een stempel te geven zodat hij daarna de Nigeriaan 25 euro (ongeveer een weekloon) afhandig kon maken; smeergeld. De arme man had op deze reis meer aan smeergeld uitgegeven dan wij aan onze visa’s. Toen we die avond onze eerste overnachting in Senegal in Tambacounda doorbrachten leidde onze hotelier ons op een kilometerslange tocht door de stad naar een restaurantje (de eigenaar was waarschijnlijk familie, zo gaat dat hier) om er dan achter te komen dat het dicht was, en wij waren verdomme gesloopt van de reis. Daarna was de chauffeur naar Dakar een absolute “maniac”. In Dakar reed hij als bezeten, trok vol op, croste tussen wat auto’s door en ging dan weer vol in de ankers. Daarna kwamen we bij onze hotelletje aan om er achter te komen dat de driepersoonskamer bijna 23 euro kostte. Dus wij vragen of we geen tweepersoonskamer kunnen hebben, maar dat was vanwege de verzekering niet mogelijk (ja, denk het ook, in Afrika, zout toch op man). Uiteindelijk konden we de kamer wel hebben voor 21 euro. Dus wij leggen onze spullen in de kamer en willen eten halen (we hadden rete honger en waren moe van een 10 uur durende rit in een minibusje) moesten we de kamer meteen betalen. Leggen we 21 euro neer, geld die prijs alleen als we twee nachten blijven…de schoft. Dus wij pissig en een beetje discussieren maar leggen ons er uiteindelijk maar bij neer en betalen voor twee nachten. Dan zegt een of andere Amerikaanse Senegal expert, die al vijf dagen op dit continent doorgebracht had en onderweg was voor haar achtdaagse tour in Mali, dat 23 euro de prijs is die de lokale bevolking ook betaald, dat deze mannen een “tight business” runnen en dat men hier de stem niet verheft in discussies. Allereerst beste dame; in Afrika kun je zelfs over de prijs van je doktersrekening onderhandelen en van die lokale bevolking van jou heb ik nou al twee “paartjes” naar binnen zien glippen om voor twee euro even het bed voor een uurtje te gaan testen. Ten tweede; we begonnen geduldig, ik kan heel wat hebben, maar als ze me zo naaien en dan vol blijven houden en ik net een driedagen durende reis achter de rug heb verhef ik soms mijn stem een beetje MAG IK???

Dus tot zover Senegal, terug naar zijn tegenpool en buurman: Mali. Ik zat dus in die toyota, op een luxe achterbank te genieten van het feit dat Khadafi Timbouktou weer had verlaten en dus zo vriendelijk was de normale piste weer vrij te geven aan het gewone volk. Dit betekende overigens niet een rit zonder bobbels of stof (zoals mijn foto wel demonstreert) maar voor ons was het puur comfort. Een uur of vier later kwamen we aan in Douentza en waren we klaar om onze reis naar Hombori te vervolgen. Helaas was Mali er nog niet geheel klaar voor. Er is in Mali eigenlijk maar een grote (lees geasfalteerde) weg en die leid van Bamako (geheel in het Westen) tot Gao (geheel in het Oosten). Nou vinden de busexploiteurs het wel geinig om ’s ochtends in Bamako te beginnen en dus laat ’s avonds langs Douentza te reiden om zo diep in de nacht vlakbij Gao aan te komen om daar tot de volgende ochtend op de eerste veerboot te wachten. Allemaal leuk en aardig, maar het was twaalf uur ’s middags en dus nog lang geen avond. Eerst was het dus uren wachten en toen begonnen er wat vrachtwagens langs te komen. Toen we er eindelijk eentje zover hadden gekregen om ons voor een fatsoenlijke prijs mee te nemen (wat niet makkelijk was aangezien een Malinees zichzelf tot “stationmaster” had uitgeroepen en dus gerechtigd was voor elke vrachtwagen de passagiers te regelen voor een leuke subsidie) kwam de bus vanuit Bamako aan. Maar een vrachtwagen is natuurlijk veel leuker. Dus bovenop dit gevaarte raasden wij door de nacht. Een rit op een vrachtwagen kan ik aan iedereen aanbevelen. Bovenop de zakken met uien (Floor rook ze drie dagen later nog) was er genoeg beenruimte, ja zelf een comfortabel bed. Het uitzicht is geweldig, de wind blaast door je haren en bovendien is het veilig want jij bent de grootste auto. Maar goed, na een rit van een flink aantal uren en een paar uurtjes slaap kwamen we dan aan in Hombori, een dorp gelegen vlakbij geweldig rotspartijen en de hoogste berg (nog een rots) in Mali. Op het dak van een ‘campement’ sliepen we een paar uurtjes tot de plaag van Hombori ons wekte. Nou ik heb jullie al verteld over de hitte in Timbouktou, Hombori kan er ook wat van. Aangezien er allemaal rotsen in deze regio zijn koelt het hier eigenlijk nooit af. Waar het dus ’s nachts in Timbouktou tenminste een beetje koel was (dat is dus ergens tweede helft van de twintig graden) bleef het in Hombori gewoon warm. Rond een uur of zes a zeven wordt je dus wel uit bed gebrand door onze grote, ronde, gele vriend. Dan neem je een douche, dumpt je spullen terug in je rugzak en smeed plannen. Nou op de een of andere manier kwamen we toen op het idee een wandeling naar twee rotsen te maken. Waarschijnlijk kwam het idee van de reisgids, maar goed die zei ook dat je niet in mei of april moet komen omdat het dan veel te godvergeten heet is (dat is dus boven de 45 graden). Wij dachten hier wel aan gewend te zijn en bovendien konden we de 32 km mooi over de koelere ochtend en avond opsplitsen. Na de eerste dag dus een beetje gerelaxed te hebben en het dorpje te hebben bekeken (best leuk oud stadje overigens, met smalle, overdekte steegjes) vertrokken Pieter, Nick en ik (Floor voelde zich al een poosje niet echt optimaal) met een gids aan onze wandeling. Half acht waren we de deur uit en al snel bereikten we de eerste rots, de temperatuur was ondertussen al dik boven de 30 graden. Langs wat dorpjes ging het verder naar rots nummer twee (la main de Fatima) en ook de temperatuur steeg vrolijk verder. De gids verkoos dit moment om ons te melden dat het eigenlijk 42 km was en dat het nog een flink stuk doorwandelen was naar Fatima’s hand. Uiteindelijk kwamen we om een uur, het heetste moment van de dag, aan bij die rottige rots. De temperatuur liep tegen de vijftig graden en wij waren kapot, vooral voor Nick was de hitte wat te veel, hij had moeite zichzelf koel te houden. Ik was blij dat ik mijn tulband had gedragen, het is misschien wat vreemd om 5 meter stof rond je hoofd te wikkelen als het zo al warm is, maar het houd je hoofd zeker koel en beschermt je goed tegen de zon. Twee uur later begonnen we aan de weg terug, gelukkig kwam er vijf kilometer voor Hombori een minibusje langsrijden waarmee we konden meerijden. Aan het einde van die dag had ik 9 liter gedronken (en nee, niets hiervan was alcoholisch) zonder ook maar een keer naar de wc te hebben gemoeten.

Vanaf Hombori ging het verder naar Gao, over diezelfde weg met zijn vele transportmogelijkheden. Na een halve dag wachten vonden we uiteindelijk een vrachtwagen die ons naar Gao kon brengen. Om vier uur vertrokken we dan eindelijk, weer genietend van de wind in de haren en het uitzicht. Pieter zorgde nog voor een beetje commotie door bij het afstappen door zijn enkel te gaan en daarna gewoon om te vallen (werd hem zwart voor de ogen). Hij moest dus in cabine en wij gingen bovenop de truck verder. Lekker in een linnenzak, met sokken en trui aan sliep ik prachtig door de nacht. De volgende ochtend namen we de veerpont en kwamen we aan in Gao, de meest oostelijke grote stad (voor zover je die hebt in Mali, Bamako buiten beschouwing gehouden). Dat was eigenlijk ook het enige dat er aan deze stad was. De duinen die we die avond beklommen waren mooi en hoog maar verder had Gao weinig te bieden. Toch verbleven we een goed aantal dagen in deze stad aangezien Floor en ik ons beiden niet zo goed voelden. Floor had een keelinfectie en ik had iets anders, Joost mag weten wat maar er kwam in elk geval koorts bij te kijken. Toen we allemaal weer wat beter waren gingen we nog met een boot op zoek naar nijlpaarden (we zagen er slechts drie en ze zijn echt weinig spectaculair aangezien ze zich vooral onderwater bevinden) en bezochten we een soort piramide van modder voordat we met de bus terug naar Mopti gingen.

Daar namen we afscheid van Mousa (onze gids) en gingen we naar Djenne, de stad die om zijn bijzondere huizen en gigantisch moddermoskee bekend staat. Weer hadden te kampen met het Malinese openbaar vervoer dat Djenne eigenlijk alleen op haar marktdag aanrijdt (veel dorpen zijn hier alleen op marktdagen te bereiken). Gelukkig konden we mee met de enige pick-up die, die dag naar Djenne reed. Helaas waren wij niet de enigen die dit schaarse vervoer hadden gevonden. Alweer moesten wij de houten banken in een pick-up delen met maar liefst 15 andere passagiers. Deze keer hadden we echter niet de luxe van een toyota landcruiser (de rit naar Timbouktou) maar moesten we het met een oude peugot doen die nog eens een meter korter was. Om duidelijk te maken hoe krap het was: mijn rechterbeen viel in slaap omdat de bloedtoevoer werd afgekneld en mijn voet kon de grond niet raken, Nick hing met beide benen in de lucht en Pieter zat op het reservewiel tussen de twee banken in. Djenne (en de stoere verhalen die ik nu kan vertellen) maakte het echter allemaal de moeite waard. Eerst had ik in Djenne een beetje het idee dat dit een stad is zoals we er al zoveel hebben gezien maar dan een beetje mooier. Na een avondwandeling door de steegjes, langs de eeuwen oude herenhuizen met geweldige voorgevels en de moskee (allemaal gebouwd met grijze modder) zag ik toch in dat dit een prachtige stad is. Vanuit Djenne maakte we ook nog een korte trip naar een Peul (een etnische groep in Mali) dorp en dat was wel een dorp zoals we er al een klein dozijn hadden gezien. Gelukkig maakte de gids het interessant door te vertellen over lokale gebruiken en ons naar een vrouw te brengen die haar grote gouden oorbellen voor ons aan deed. De Peul zijn tegenwoordig behoorlijk arm, maar in bezittingen zijn ze erg rijk. De families die niet te erg door de droogte zijn verpauperd (de Peul zijn koeienherders) hebben onder andere grote gouden juwelen. Terug in Djenne hingen ik en Nick nog wat met de gids rond en gingen we naar zijn huis om thee te drinken (een belangrijk rituele gebeurtenis hier in Mali) en een film te kijken. Hij woont, zoals alle jongens boven de 15, niet bij zijn ouders maar met een groep jongens (zodat de jongens meisjes kunnen ontvangen zonder hun ouders te beschamen). Het meest bijzondere die middag was echter dat het regende. Maart heeft 1 a 2 dagen regen en wij hadden er eentje getroffen. Binnen een half uur veranderden de steegjes in glibberige, stinkende modderpoelen. Het verschil was werkelijk gigantisch. Al het stof dat zich maanden in de lucht had opgezameld sloeg neer en die avond was er een prachtige zonsondergang, eens niet verstoort door het slechte zicht.

Dinsdagochtend gingen we dan verder naar Segou. Transport was nu eens niet lastig aangezien het maandag de marktdag van Djenne was geweest. Deze keer hadden we eens de luxe van een minibus, al wordt die na 8 uur ook wat minder prettig. De regen leek ons ondertussen te achtervolgen en onderweg werden we weer op een flinke hoosbui getrakteerd (de regen bleef ons overigens achtervolgen zodat we de eerste regen van het jaar in Djenne, Segou en Bamako meemaakten). Segou leek allereerst een saai stadje maar al snel begon ik de stad met haar relaxte sfeer (het deed me erg aan Benin denken) te mogen. Ik denk dat het nu nu met Djenne moet vechten voor de eretitel ‘Marco’s favoriete stad in Mali’. Een taxichauffeur gaf ons de volgende dag een tour door de stad en het was interessant de oude, traditionele stad, de eerste huizen van de Fransen in dit deel van Mali en de nieuwe stad te zien. De alleroudste stad bezochten we overigens maar zeer kort. We kwamen aan en werden om een toeristenbelasting van 8 euro pp gevraagd (1 euro is gebruikelijk). Wij vonden dit belachelijk veel (het is maar een klein dorpje) en werden dus naar het dorpshoofd gevoerd. Die vond 8 euro in totaal genoeg maar dit was nog steeds belachelijk veel. Wij vertrokken dus maar weer meteen, maar hadden ondertussen wel de helft van het dorp en het huis van het dorpshoofd gezien. Eindelijk was het transport eens makelijk, en na een buitengewoon comfortabele rit in een luxe, westerse bus kwamen we in Bamako aan. Bamako is de hoofdstad en tevens de enige stad in Mali. Er wonen meer dan een miljoen mensen en vormt een enorm contrast met de rest van Mali, dat veel traditioneler aanvoelt. In Bamako rustten we een beetje uit, bezochten we het nationale museum (het was net een Europees museum, mooi opgezet en interessant) en boekten we een vlucht voor Floor naar Accra (Ghana, zij vliegt vandaar naar Nederland). Verder genoten we nog van een afscheidsetentje voor Floor. We trakteerden ons eens op een luxe maaltijd (lees bijna 3 euro) en een flinke lading bier. Met bijna dertig euro was de avond zo’n 5 keer duurder dan gebruikelijk maar het was zeker goed eens wat anders te eten (de afgelopen 6 weken aten we rijst, spaghetti of couscous met misschien drie verschillende sausen). Zondag ochtend vloog Floor dan naar huis (althans, haar Afrikaanse huis). Nick, Pieter en ik bleven met zijn drietjes over, de groep was weer geheel veranderd, het was weer mannen onder elkaar. Toen we bij het station voor de kaartjes naar Kayes gingen informeren bleek de eerstvolgende trein pas dinsdag te vertrekken, maar gelukkig had de trein van zondag wat vertraging. Wij haastten naar de katholieke missie (ons onderkomen in Bamako), pakten onze tassen en raasden terug naar de trein.

Meer dan twee uur te laat oftewel precies op tijd voor ons, vertrok de trein in de richting van Kayes. Het was een oud Frans gevaarte dat welliswaar versleten maar wel redelijk comfortabel was. Onderweg werd er grof inkopen gedaan door onze medepassagiers (want de mango’s zijn goedkoper onderweg) om daarna druk te discussieren (Afrikanen kunnen vol overtuiging met veel hartstocht discussieren) over het gebruik van de bagagerekken (al weet ieder kind hier dat het gangpad ook voor bagage is). Veertien uur later, om drie uur ’s nachts reden we dan eindelijk Kayes binnen. De trein is niet bijzonder snel maar we hadden deze keer mazzel, soms ontspoort de trein en duurt de reis twee keer zo lang (iemand die van Dakar naar Bamako was gegaan met de trein was twee keer ontspoord en had zes uur lang met 5km/uur gereden om ontsporing te voorkomen, het treinpersoneel hield ondertussen hardloopwedstrijdjes naast de trein). De volgende middag, na een goede nachtrust, ging onze reis verder. Een paar uur later staken we de brug over die de grens tussen Mali en Senegal vormt. Na zes weken traditioneel Afrika zetten we voet in het land van waaruit de Fransen West-Afrika koloniseerden, het land van de ondergaande zon (het is het meest westelijke land in Afrika en de zonsondergangen zijn prachtig), de kou (ik loop hier ’s avonds in mijn trui rond en overdag is het redelijk vris) en onze nieuwe avonturen.

  • 05 Mei 2006 - 08:08

    MM:

    happy friday for us-wij hebben post van jou!Wenn ich Deinen Bericht lese,komme ich in Versuchung zu denken,dass Du eigentlich noch länger reisen müsstest- Dein Stil wird immer noch besser.Geniesst von Dakar-in Mauretanien werdet Ihr wahrscheinlich wieder mit Mali-Standard oder weniger reisen müssen,füllt Eure kalorischen und alle andere Reserven(Medikamente, Notproviant)auf. Viel Erfolg beim leise aber mit Nachdruck handeln!In Dakar muss auch eine Seeman's mission (foyer du marin) sein- dort könnt Ihr auch über Transport für Eure Sachen nachfragen-wenn Ihr Glück habt,trefft Ihr holl.Seeleute.Viel Erfolg-ich beginne die Wochen zuzählen! K.M.

  • 05 Mei 2006 - 09:39

    Bram:

    marco,

    goed om weer een update te krijgen. de fotos waren al indrukwekkend, maar met verhaal erbij zijn ze nog beter. veel heb ik niet te vertellen, aangezien ik je net een mail heb gestuurd. we vertrekken zo (bastiaan, bas, koen, marco en ik) richting zwolle, daar is het bevrijdingsfestival. de verhalen over al die afrikaanse steden klinken wel heel bruut. het verplicht onzedelijk betasten van afrikanen in die kleine busjes is misschien wat minder.

    nu moet ik eten, want spekkie bas komt mij zo ophalen.

    kusje,

    bram

  • 05 Mei 2006 - 09:41

    Dosh:

    Marco, echt ik hoop dat je realiseerd hoeveel mazzel je hebt!!!!!!!!!!!
    binnenkort krijg je trouwens een brief van me.
    dikke kus Dosh

  • 06 Mei 2006 - 21:05

    Jacq.:









    hoi, wat geweldig om je bericht te lezen. Ik denk dat je geniet!
    Foto's zijn prachtig!Dikke kus,Jacqueline








  • 07 Mei 2006 - 13:33

    René:

    heej marco!
    Zo te lezen vermaak je je daar nog wel! We hebben net hier het voorjaarskamp gehad met weinig regen, en veel omstellen (dank aan peter ;-) ). Ik heb met je pa in de ASH gevlogen, wat een kist! Mooie verhalen die je schrijft!

    Groeten!

  • 09 Mei 2006 - 07:20

    Mariek:

    Ha Marco, eindelijk heb ik je site eens bekeken...kreeg dit weekend het adres van je vader. Heel gaaf, lucky bastard!! Geniet er nog even van!!

  • 09 Mei 2006 - 18:35

    Marco:

    Ha die EZACers,

    het voorjaarskamp klinkt weer als vanouds met zo te horen ook weer alle vaste klanten van de partij. Ik neem aan dat ook marte aanwezig was om er zeker van te zijn haar zvb voor mij te behalen. En rene vliegt met mijn pa voor mij, lekker is dat. Nou groeten aan iedereen en ik zie jullie deze zomer aan de bar.

  • 09 Mei 2006 - 19:12

    Mieke:

    Daar houd ik je aan!
    Je nieuwe onderkomen is van zo'n grote luxe, dat ik mijn schoenen uitdoe als ik naar binnen ga en dat is nog nooit in mijn hoofd opgekomen bij de Vliegende Hollander. Ja, Marco, je kunt je hielen niet lichten of er wordt een Anorexia en een kasteel op wielen aangeschaft! Ik wist niet dat je al geld in het laatje bracht thuis.

  • 12 Mei 2006 - 20:56

    Marte:

    Heeej,

    Wat ken je me toch weer goed =P natuuuurlijk vlieg ik om jou in te halen ;-) Was een hartstikke gezellig kamp, en helaas maar één van de twee die er gegeven wordne dit jaar... Wie weet heel misschien maak je het andere nog mee, dat zijn de brainiacs, voor jongeren van 13-15 jaar, maar dan ben ik er helaas niet =( vakantie. Ben dan ook zeer tevreden dat je je vliegpetje nog geregeld ophebt, ook al ben je dan je camera om er verdere prachtige foto's van te maken kwijtgeraakt *-) Nouja, heel veel succes om over de grens heen te komen!

    XxX Marte

    p.s: de groetjes van Dosh, wier hoofd op de toeter van Martes fiets zal verschijnen...

  • 19 Mei 2006 - 21:09

    Anneke V.d. Kooij:

    Mooie verhalen en leuke foto's Marco. Toch blijf ik je als dat buurjochie op zijn klompjes zien (af en toe). Geniet nog lekker. Veel liefs van mij, Berry en Remy.

  • 22 Mei 2006 - 20:31

    PM:

    Heeft je zus vanavond toch al weer helemaal in haar eentje de tafel afgedekt

  • 23 Mei 2006 - 20:05

    Erika&Harald:

    Lieber Marco,
    Das war eine tolle Überraschung eine echte,leibhaftige Karte mit wunderschönen Briefmarken und dem wertvollen Stempel aus Tombouctou vom 5.5.06 zu erhalten. Vielen Dank! Auch ohne Straßenangabe und Postleitzahl hat sie uns in dieser relativ kurzen Zeit erreicht. Nein,wir waren noch nicht dort gewesen, auch wenn wir schon viele Orte auf der welt gesehen haben. Deine Berichte füllen jetzt schon einen dicken Ordner bei uns.Weiterhin alles Gute in Mauretanien und auf dem Rest der Reise. Floor ist wieder überglücklich zu Hause eingetroffen.
    All the best!Yours, E&H

  • 23 Mei 2006 - 20:56

    PM:

    Hier in Holland blokt een hele generatie scholieren op hun eindexamen. Het is maar dat je weet dat het gewone leven ook doorgaat.

  • 23 Mei 2006 - 21:06

    MM:

    Deine Winterpullis liegen bereit,Dein Schreibtisch wird leergeräumt, nur den Computer wirst Du mit mir teilen müssen. Ashja!.K.M.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

marco
Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 324
Totaal aantal bezoekers 49944

Voorgaande reizen:

01 September 2005 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: